ALGEMEEN
1. Pedagogisch Klimaat
“Kinderen gaan naar school om te leren”. Dit gebeurt ook op bs de Vaert.
We proberen dit echter wel te realiseren vanuit de belangrijkste principes die we op school willen nastreven:
- het geluk en welzijn van de kinderen staat bij ons voorop;
- we willen eerlijk en open zijn tegen de kinderen, de ouders en onszelf;
- ieder kind mag er zijn;
- we vinden het belangrijk dat kinderen met elkaar opgroeien;
- we geven extra aandacht aan kinderen die het moeilijk hebben.
2. Ontwikkelingslijnen 1 - 2
Spelenderwijs ontwikkelen de leerlingen in de groepen 1-2 op verschillende vlakken.
De doelstellingen hebben we beschreven en op basis hiervan worden thema’s door het jaar heen vorm gegeven.
De volgende ontwikkelingen komen dan ook het hele jaar door aan de orde:
- Auditieve en visuele ontwikkeling
- Taal- en rekenontwikkeling
- Motorische ontwikkeling
- Werkhouding
- Sociaal-emotionele ontwikkeling
3. Methodes
In groep 1-2 werken wij vooral vanuit de belangstelling van het kind en we proberen aan te sluiten op het ontwikkelingsniveau van het kind. Dit doen we door middel van projecten, bijvoorbeeld over seizoenen, dieren, kunst en vervoer. We proberen zoveel mogelijk met concreet materiaal en met boekjes de kinderen te stimuleren. Tijdens deze thema’s komen ook allerlei taal en rekenspelletjes aan bod. Het computerprogramma ‘Schatkist’ ondersteunt het onderwijs. Op die manier ontwikkelen de kinderen zich spelenderwijs. We leren ze ook omgaan met elkaar en met de natuur.
Elke dag gaan de kinderen naar buiten op onze ruime, afgesloten
speelplaats om zich naar hartenlust uit te leven,met allerlei karren, fietsen en ander speel-materiaal. Bij slecht weer maken we gebruik van onze eigen speelzaal. We geven gymlessen met bijvoorbeeld ballen, hoepels, kast. Belangrijk is dat alle kinderen veel en veelzijdig bewegen.
Vanaf groep 3 worden de basisvaardigheden als lezen en rekenen en schrijven gestructureerd aangeboden middels moderne onderwijsmethoden, waarbij de computer als extra leermiddel gebruikt wordt.
We hebben als aanvankelijk leesmethode "Veilig Leren Lezen 3’, die de kinderen de ruimte geeft om op niveau te lezen. Computers ondersteunen de kinderen dagelijks in het leesproces.
Ook bieden we in groep 3 een nieuwe schrijfmethode ‘Pennenstreken’ aan die de kinderen gestructureerd leert schrijven. Deze methode sluit aan bij de leesmethode. Ook in groep 4 wordt gewerkt met de methode ‘Pennenstreken’. In de komende jaren zal de methode ook in de andere groepen worden ingevoerd. In groep 6 leren ze blokletters en er is in alle groepen ook aandacht voor creatief schrijven.
Vanaf groep 4 t/m 8 hebben we voor al het technisch leesonderwijs de methode ‘Station Zuid’. Deze methode leert de kinderen het technisch lezen goed onder de knie te krijgen. Ze lezen in groepjes ingedeeld op hun eigen niveau, waarbij de zwakke lezers extra aandacht krijgen. Grote nadruk ligt op woordrijen en leesbevordering. Daarnaast mogen de kinderen veel ‘belangstellend lezen’ in moderne boeken van de regionale bibliotheek.
Voor begrijpend en studerend lezen maken de groepen 4 t/m 8 gebruik van de methode "Nieuwsbegrip", Nieuwsbegrip XL.
Met rekenen gebruiken we de methode 'Getal en ruimte junior'. Deze methode wordt ook gebruikt in zeer veel scholen van het Voortgezet onderwijs. De methode behandelt één rekenonderwerp per week, met op de eerste dag voorkennis ophalen, de tweede dag een stukje nieuwe leerstof, de derde dag lekker oefenen en op de vierde dag het toepassen van het nieuwe stukje leerstof in een context. De laatste dag is algemene herhaling van voorgaande leerstof.
De methode gaat uit van convergente differentiatie en het directe instructiemodel:
Bij convergente differentiatie is er een minimumdoel voor de hele groep. De klas is in drie niveaus verdeeld: een minimumniveau, een basisniveau en een hoger niveau. Alle leerlingen doen mee aan de klassikale instructie. Daarna gaan de kinderen de leerstof zelfstandig verwerken, zodat de leerkracht tijd heeft om de zwakke leerlingen verlengde instructie te geven. Voor de meer- en hoogbegaafde kinderen is er verdiepingsstof. Convergente differentiatie heeft hoge verwachtingen van zorgleerlingen. Zij worden niet bij voorbaat opgegeven of op een eigen leerlijn gezet.
Het directe instructiemodel wordt uitgelegd bij punt 4.
Voor wereldoriëntatie in de groepen 3 t/m 8 zetten we de methode De Zaken van Zwijsen” in. Filmpjes en animaties brengen de lesstof helder over en met interactieve oefeningen worden de leerlingen actief betrokken bij de les. Je kunt 100 procent digitaal werken met de methode. Wij hebben voorlopig nog gekozen om ook een werkboek te gebruiken. De methoden vormen samen een doorgaande leerlijn voor de zaakvakken in groep 3 t/m 8.
4. Lesgeven op verschillende niveaus.
Op onze school wordt lesgegeven op verschillende niveaus voor de kernvakken rekenen, taal, lezen.
Hiervoor gebruiken we standaard het directe instructie model ( gedifferentieerde instructie). Lesgeven met behulp van het directe Instructiemodel is voor ons een belangrijke conditie voor het omgaan met verschillen tussen leerlingen
Het Directe Instructiemodel bestaat in het kort uit de volgende stappen:
Naast het instructiemodel hanteren we ook nog niveaus voor meer- en minderbegaafde leerlingen.
Meerbegaafden leerlingen kunnen naast hun gewone werk het programma “Levelwerk” volgen. Die leerlingen moeten hiervoor wel aan bepaalde criteria voldoen.
Minderbegaafden leerlingen kunnen werken met maatschriften. Hiervoor moet wel duidelijk zijn dat zelfs het werken in instructieniveau 3 te moeilijk is.
5. Zorg en ondersteuning
Een groep leerlingen wordt voor een schooljaar aan de zorg van één of twee leerkrachten over gelaten.
Deze leerkracht draagt deze zorg echter niet alleen: we hebben binnen de school een intern begeleider die de leerkrachten ondersteunt in hun werken met de leerkrachten.
Met onze intern begeleider wordt op basis van observaties en toetsen steeds bekeken, wat voor het desbetreffende kind het beste is in de ontwikkeling. Meestal gebeurt dit in de groep waarin de leerling zit, soms wordt er buiten de groep in de vorm van ondersteuning een oplossing gezocht.
Wanneer we binnen de school niet komen tot een adequate oplossing, dan schakelen we externe instanties in om samen met ons na te denken over een volgende stap.
6. Techniek
Op basisschool de Vaert wordt voor techniek gebruik gemaakt van de Techniek Torens. Deze torens staan in de hal. Voor de groepen 1 en 2 is er een toren, voor groep 3-4-5 is er een toren en onze laatste aanwinst is de toren voor groep 6-7-8.
In de kasten zitten per groep een aantal dozen met technische onderdelen en een beschrijving van de proefjes die kinderen gaan doen.
De meeste groepen maken gebruik van hulpouders om de kinderen mee te begeleiden.
7. ICT gebruik
De computer wordt steeds belangrijker in het onderwijs. Op de Vaert gebruiken de kinderen de computer als hulpmiddel om leerstof te oefenen op het gebied van lezen, rekenen, taal en zaakvakken.
De kinderen van groep 5 t/m 8 maken ook gebruik van Kennisnet en internet om informatie voor werkstukken te zoeken. Ook leren we de kinderen tijdens verschillende lessen gebruik te maken van Word, Internet en PowerPoint.
In elke klas hangt een digibord en zijn 1 of 2 computers aanwezig voor de kinderen en de leerkracht. Ook heeft elke klas 3 tablets. In het computerlokaal staan 16 computers voor algemeen en klassikaal gebruik.
Onze ICT-er op school is meneer Marco van Spaandonk.
8. Verkeer
Op onze school is een verkeerswerkgroep actief. Ze proberen de veiligheid van de kinderen in het verkeer en de veiligheid rondom de school zo goed mogelijk te regelen.
Hieronder vindt u de protocollen die op onze school gelden wat betreft verkeer.